Verslag bijeenkomst MNU 22 juni 2017

Hoe kunnen we de betrokkenheid van de buurtteams versterken?

Het Maatschappelijk Netwerk Utrecht (MNU), een van de clusters die uit de bundelingsoperatie van 2015 zijn voortgekomen, wil breder dan alleen in eigen verband bijeenkomsten organiseren om tot meer samenwerking en versterking tussen de diverse organisaties te komen. De website van MNU staat open voor allen die dat wensen; dit kan een platform worden om elkaar beter te vinden.

Tijdens de bijeenkomst van 30 maart 2017 is naar voren gekomen dat er de behoefte bestaat aan een betere samenwerking met de buurtteams. Er is behoefte om de knelpunten met de organisaties te bespreken. Deze knelpunten leven vooral bij de doelgroep ‘cliënten’.

Jaap Meeuwsen van De Achterkant krijgt als eerste het woord en bespreekt (interactief met de deelnemers) hoe de medezeggenschap bij verschillende wetten al dan niet geregeld is. En voorts: hoe is wet- en regelgeving vertaald naar de praktijk ter plaatse? Er zijn verschillende vormen te noemen, medezeggenschap, belangenbehartiging, versterking/empowerment en participatie. Alle vormen zijn nodig om een inclusieve samenleving te bereiken. Leidend hierbij is het VN-verdrag. In ieder geval blijkt tijdens het gesprek dat het vrij ingewikkeld is hoe de medezeggenschap (in welke vorm dan ook) geregeld is.

Namens de buurtteams Sociaal nemen Annemieke Scholten en Gerti Nieuwenhave het woord. Zij vertellen over de werkwijze van de buurtteams Sociaal, hoe zij deze vormgeven. Hoe de relatie met de cliënt is opgebouwd en dat er na afloop van de begeleiding wordt geëvalueerd en gerapporteerd. Er is een afstudeerproject gedaan over klantparticipatie: wat is er nodig? Wat heeft de cliënt nodig en wat heeft de medewerker nodig? Het buurtteam Sociaal maakt een jaarplan, organiseert themabijeenkomsten. Mensen melden zich aan om anderen te helpen vanuit hun eigen ervaringen (ervaringsdeskundige). De intervisiegroepen worden uitgebreid door middel van de inzet van cliënten. Buurtteam Sociaal en buurtteam Jeugd en Gezin willen samen thema’s organiseren om zo ook van elkaar te kunnen leren.
Er volgt een kleine discussie vanuit de zaal over het doel van bijeenkomsten. Er is behoefte aan terugkoppeling van afspraken die gemaakt worden en men wil deze ook terugzien in de praktijk. Hoe kun je als cliënt invloed uitoefenen op de wijze waarop je behandeld wordt?
Na de pauze volgt een inventarisatie van zaken waarbij aan verbetering moet worden gewerkt. Deze zijn te zien als voorbeelden om de discussie over en weer te stroomlijnen en versterken:

1. Communicatie en/of samenwerking van de buurtteams sociaal (WMO – van Incluzio) met buurtteams jeugd en gezin (Jeugdwet – van Localis).

– Uit één gezin de problematiek zoals aangepakt door “sociaal” en tevens de problematiek van het kind in hetzelfde gezin door “jeugd en gezin” en beid buurteams slaagden er niet in om hun werk af te stemmen – wat wel had gemoeten.
– Alleenstaande ouders worden (ook als het hun alleen om bij voorbeeld schulden of huisvesting gaat) automatisch doorverwezen naar “jeugd en gezin”, in plaats van naar Buurtteam “sociaal”. Omdat dit als bedreigend wordt ervaren, haken deze cliënten veelal af.
– “Je wordt 18….”  Dat jongeren bij de leeftijdsgrens moeten switchen, leidt ertoe dat zij noodzakelijke zorg (vaak juist op dat moment) ontberen. In de praktijk levert dat dramatische toestanden.

2. Voor veel cliënten is het lastig de buurtteams te vertrouwen omdat Werk en Inkomen (W&I) erbij zit.

– W&I is de gemeente, die ook het recht op een uitkering bepaalt;
– Vooral als het bij voorbeeld om schuldhulpverlening gaat is deze argwaan lastig: het gebrek aan onafhankelijkheid van de buurtteams is dan fnuikend;
– Dat ligt bij de Cliëntenraad (Participatie) anders: de onafhankelijkheid daarvan maakt dat (bij voorbeeld in het maandelijkse overleg met W&I-directeur Bas Stam) alles wat mis is kan worden aangekaart.
– Suggestie: zou het kunnen zijn dat een dergelijke onafhankelijkheid er ook komt voor degenen die voor het buurtteam werken;
– Suggestie: zet er een ervaringsdeskundige bij;
– Een voorbeeld dat wordt genoemd waar samenwerking veel oplevert: Het samen optrekken van Schulddienstverlening, Geldbeheer en Een voorbeeld dat wordt genoemd waar samenwerking veel oplevert: Het samen optrekken van Schulddienstverlening, Geldbeheer en U-2Bheard!.

3. Hoe om te gaan met cultuursensitiviteit/diversiteit?

– Migranten en de buurtteams: taal (tolken) blijft een probleem;
– Een kleine maar zéér problematische groep vormen de mensen die vanuit de AWBZ (rijks-financiering) in de WMO (gemeentelijke financiering) zijn beland. De meest schrijnende situaties tref je daar (nog steeds, 2 jaar na de overgang!)
– Het casuïstiekoverleg van de Armoedecoalitie is een goed voorbeeld: daarmee kan meer worden gedaan.

Tot zo ver de inventarisatie. Bij het uitwerken van de thema’s is van belang na te gaan welke werkvormen nuttig kunnen zijn om problemen waar we tegenaan lopen te ondervangen. Het zoeken naar nieuwe werkvormen (hoe communiceer je, hoe krijg je invloed) gaat langzamer dan we willen.

We kunnen proberen tot een set afspraken te komen tussen organisaties van en voor cliënten en de buurtteamorganisatie. Besloten wordt dat we een vervolg op deze bijeenkomst organiseren en dat we één van de drie aangereikte thema’s uitwerken zodat nieuwe werkvormen zichtbaar worden.
Gekozen wordt voor het eerste thema. Een voorbereidingsgroepje zal een en ander uitwerken en de basis leggen voor een vervolgbijeenkomst. Deze zal in het najaar georganiseerd worden.

Documenten m.b.t. het onderzoek dat Saluti/MNU verricht heeft ten behoeve van het thema cultuur sensitief werken kunt u hieronder inzien:

Notitie Cultuursensitiviteit buurtteams Utrecht en Terugkoppeling rondetafelgesprek Saluti 9-2

Verder worden nog een folder over “Wij-connect” en een Fact-sheet van ” Meetellen in Utrecht” uitgedeeld.

Hier kunt u de PDF-versie downloaden van het verslag.